Inleiding
Voor een goed inzicht in onze financiële positie is het van belang om inzicht te krijgen in de potentiële mee- en tegenvallers (risico’s) en in onze mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen (= de weerstandscapaciteit). Dit inzicht geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Naast het verkrijgen van inzicht in de financiële weerbaarheid, proberen wij met het uitvoeren van risicomanagement een voortschrijdend en structureel inzicht te krijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van de doelstellingen van de organisatie.
Voor de beoordeling van ons weerstandsvermogen zijn twee elementen van belang:
- De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover wij (kunnen) beschikken om niet-begrote, onvoorziene kosten (risico’s) te dekken.
- De risico’s: risico’s van materiële betekenis waarvoor geen maatregelen, in de vorm van bijvoorbeeld een verzekering of voorziening, zijn getroffen.
Twee maal per jaar, bij de programmabegroting en bij de jaarstukken, actualiseren we onze risico's en beoordelen we in hoeverre ons weerstandsvermogen toereikend is. Dit doen we aan hand van de gestelde kaders uit de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2009). De beschikbare weerstandscapaciteit zoals deze volgt uit deze begroting zetten we af tegen de geactualiseerde en gekwantificeerde risico-inventarisatie per september 2020.
In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op de beschikbare weerstandscapaciteit en de wijze waarop deze is berekend, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel waarop dit is gebaseerd en de relatie tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot slot gaan we in op een aantal financiële kengetallen.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente worden gerekend:
• De algemene reserves
• De onbenutte belastingcapaciteit OZB
• De begrotingsruimte
Algemene reserves
Onder onze algemene reserves verstaan we de algemene reserve en de reserve Grondbedrijf. De boekwaarde van de algemene reserve per 1 januari 2021 bedraagt, op basis van voorliggende begrotingscijfers, € 7 miljoen en de omvang van de reserve grondbedrijf € 18 miljoen.
De onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de extra ruimte die we hebben om de belastinginkomsten te maximaliseren. In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd dat we hiervoor de ruimte hanteren die er is ten opzichte van de artikel 12 normen voor een redelijk belastingpeil. Deze berekening wordt ook door veel andere gemeenten gehanteerd.
De norm (redelijk peil OZB), zoals vastgesteld in de meicirculaire 2020, bedraagt voor het jaar 2021 0,1809% van de totale WOZ waarde. Toepassing van deze norm op de totale WOZ-waarde (€ 9 miljard) van Nieuwegein leidt tot een bedrag van ruim € 16 miljoen. Bij een totale inkomst uit OZB (woningen en niet-woningen) van € 17 miljoen betekent dit dat er geen onbenutte belastingcapaciteit OZB is. De relatief hoge inkomsten uit OZB worden mede veroorzaakt door het relatief hoge tarief dat wij hanteren voor niet-woningen. Dit werkt door in de totale inkomsten. Voor de riool en afvalstoffenheffing geldt dat sprake is van een vrijwel kostendekkende tarieven (zie paragraaf lokale heffingen). Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit.
Begrotingsruimte
In de begroting is een stelpost voor onvoorzien opgenomen van € 35.000 structureel opgenomen.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Op grond van bovengenoemde uitgangspunten bedraagt de beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2021 naar verwachting € 25 mln.
Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de risico's. Dit betreft de reguliere risico's. De risico's als gevolg van corona worden in deze begroting, conform de lijn uit de Koersnota 2021, buiten beschouwing gelaten. Dit omdat we nu de impact hiervan nog niet kunnen voorzien.
Het totale ingeschatte maximale gevolg op basis van kansberekening van alle geïnventariseerde risico's bedraagt afgerond € 44 mln. Door de maximale gevolgen van de individuele risico's bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Het is immers vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen. Om deze overschatting van risico's te voorkomen is gebruik gemaakt van risicosimulatie (de Monte Carlo methode). In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgesteld dat voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van een risicosimulatie waarbij een zekerheidspercentage van 90% wordt gehanteerd. Uit de uitgevoerde risicosimulatie volgt dat met 90% zekerheid een bedrag van € 7,8 mln voldoende is om alle risico's van de gemeente te kunnen afdekken (de benodigde weerstandscapaciteit).
Risicoprofiel
Er zijn gemeentebreed vele risico's in beeld. Dit betreft niet alleen financiële risico's, maar ook bijvoorbeeld juridische, personele en imagorisico's. In onderstaande tabel presenteren wij alleen de belangrijkste financiële risico's voor wat betreft kans en gevolg. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn uiteraard alle financiële risico's meegenomen. Zoals hiervoor weergegeven zijn de risico's die samenhangen met corona buiten beschouwing gelaten.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit berekend op basis van kansberekening, terwijl in het hieronder opgenomen staatje de maximale omvang van individuele risico's is opgenomen. Een vergelijking van deze bedragen is derhalve niet relevant.
Belangrijkste financiële risico’s | ||
Risico | Kans | Maximaal financieel gevolg |
---|---|---|
Grondbedrijf | Divers | € 19,2 mln* |
Meer vraag naar jeugdhulp en WMO voorzieningen dan dat er budget beschikbaar is | 80% | € 2,0 mln |
Onzekere ontwikkelingen macrobudget BUIG en BBZ | 50% | € 2,5 mln |
Toename organisatiekosten WIL | 60% | € 1,3 mln |
Geen volledige compensatie SPUK | 95% | € 0,6 mln |
Parkeerexploitatie | 25% | € 2,0 mln |
Toelichting op de belangrijkste risico's:
- Risico's grondbedrijf: Dit betreft het totaal van de risico's voor het grondbedrijf. Het maximale financiële gevolg bedraagt 19,2 mln. Dit maximale gevolg is hoger dan in de begroting 2020. Dit is vooral een gevolg van de risico's rondom de grondexploitatie City.
- Meer vraag naar jeugdhulp en WMO voorzieningen dan dat er budget beschikbaar is: de uitgaven voor jeugdhulp en WMO voorzieningen zijn in deze begroting gebaseerd op de gerealiseerde uitgaven in 2019 (plus indexering). De afgelopen jaren is een stijging waarneembaar geweest in de in de vraag naar jeugdhulp en WMO. Als deze trend zich doorzet, bestaat het risico dat er sprake is van hogere uitgaven voor jeugdhulp en WMO voorzieningen dan waarmee rekening gehouden.
- We verwachten, los van de tijdelijke effecten als gevolg van corona, dat een aantal ontwikkelingen bij WIL zullen leiden tot een kostenverhoging. Dit risico wordt onder andere veroorzaakt door een toename van het klantenvolume door de maatregelen in de Participatiewet en in de samenleving. Zie hierover ook de paragraaf verbonden partijen.
- Geen volledige compensatie SPUK: de kans dat de gemeente geen volledige compensatie vanuit SPUK ontvangt, is groot. Er bestaat onzekerheid over welk deel niet gecompenseerd wordt. Vooralsnog gaan wij uit van een bedrag van maximaal € 625.000 in 2021.
- Risico's in de parkeerexploitatie: de risico's voor parkeren zijn gebaseerd op aannames dat de bezetting in de parkeergarage lager is dan waarmee in de parkeerexploitatie rekening is gehouden. Dit bedrag is lager dan in de begroting 2020, omdat in de parkeerexploitatie al rekening is gehouden met aangepaste bezettingspercentages.
Ratio weerstandsvermogen
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio voor het weerstandsvermogen.
Verwachte stand per 1 januari 2021 | |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 25 mln |
Benodigde weerstandscapaciteit | 7,8 mln |
Ratio weerstandsvermogen | 3,2 |
In de nota Risicomanagement is vastgelegd dat we streven naar een beschikbaar weerstandsvermogen dat tenminste voldoende is. Voldoende betekent een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4. De ratio weerstandsvermogen ligt dus ruim boven deze norm. Ten opzichte van de begroting 2020 (4,3) is deze norm afgenomen.
Dit wordt veroorzaakt door een afname van de beschikbare weerstandscapaciteit. De risico's zijn in omvang ongeveer gelijk gebleven. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door de afname van de reserve grondbedrijf (als gevolg van de onttrekking voor de grex City) en het vervallen van de reserve sociaal domein. Desondanks is er nog steeds sprake van een meer dan voldoende omvang van de ratio weerstandsvermogen. Ook bij inzet van (een deel van de) algemene reserve voor de effecten van corona zal, bij een gelijkblijvend risico-profiel, de ratio op een meer dan voldoende niveau blijven.
Financiële kengetallen
Sinds 2015 is in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een aantal financiële kengetallen voorgeschreven in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze kengetallen zijn bedoeld om inzicht te geven in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hiermee krijgt de raad gemakkelijker inzicht in de financiële positie van de gemeente en in de baten en lasten. Deze kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad in de beoordeling van de financiële positie kan betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven. De kengetallen leveren daarmee ook een bijdrage aan de kaderstellende en controlerende rol.
Hieronder presenteren wij de kengetallen van Nieuwegein over rekening 2019, begroting 2020 en begroting 2021 t/m 2024.
jaarrekening 2019 | begroting 2020 | Begroting 2021 (stand per 31/12/2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |
Netto schuldquote | 63 | 92 | 82 | 91 | 93 | 108 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 69 | 90 | 87 | 96 | 98 | 114 |
Solvabiliteitsrisico | 29% | 28% | 24% | 22% | 21% | 20% |
Structurele exploitatieruimte | 2,62 | -3,3 | 0,6% | 0,3% | 0,6% | 0,0% |
Kengetal grondexploitatie | 0,9 | 1,9 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Belastingcapaciteit | 88% | 89% | 99% | 100% | 100% | 100% |
Hieronder lichten wij de kengetallen toe.
Netto schuldquote:
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft hiermee een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. De komende jaren zien we door een toename van de investeringen, die worden gefinancierd door leningen, een oplopende schuldquote. Er sprake van een gemiddeld risicoprofiel als deze schuldquote ligt tussen 90% en 130%. Wij bevinden ons nog aan de onderkant van deze bandbreedte, maar zien wel een stijging in de komende jaren.
Netto schuldquote min verstrekte leningen:
Zie de definitie en toelichting hierboven, met de correctie voor doorgeleende bedragen (kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen). Deze vertoont dezelfde ontwikkeling als de netto schuldquote.
Solvabiliteit:
Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Als signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio geldt een percentage van 20%. De ratio daalt in de komende jaren, door de toename aan investeringen gekoppeld aan een afname van de reserve, maar ligt nog boven deze signaalwaarde.
Structurele exploitatieruimte:
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de verhouding tussen structurele baten en structurele lasten in vergelijking met de totale baten. Het kengetal is licht positief, wat betekent dat onze structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten. Zie tevens het overzicht van incidentele baten en lasten in hoofdstuk 4.
Grondexploitatie:
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Deze waarde is voor de begroting laag vanwege een lagere voorraad grond.
Belastingcapaciteit:
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het kengetal belastingcapaciteit vergelijkt de woonlasten (OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing) van een gemiddeld gezin in Nieuwegein met landelijke cijfers. De ontwikkeling van dit kengetal is puur indicatief, omdat hierin nog geen rekening gehouden met (toekomstige) indexering en mogelijke stijging van de tarieven. De daadwerkelijke ontwikkeling is afhankelijk van keuzes die hierin gemaakt worden. De stijging naar 99% komt vooral door de vergelijking die hier wordt gemaakt met de landelijke gemiddelden van 2020, terwijl we in 2021 te maken hebben met een forse stijging van de afvalstoffenheffing. Deze stijging doet zich in het gehele land voor en niet alleen in Nieuwegein en zal volgend jaar het percentage weer verlagen.