Rioolheffing
De totale lasten van de riolering dalen in totaliteit beperkt van € 5,24 miljoen in 2020 naar 5,12 miljoen in 2021. Dit is het saldo van een lagere rentelast (0,2 miljoen) en een stijging door indexering (0,1 miljoen). Mede doordat er in 2019 een tekort was op de uitvoering van de rioleringstaak wordt voorgesteld om de rioolheffing met 2% te verhogen. Het verschil tussen de opbrengsten en de lasten zal in de voorziening worden gestort waaruit ook de toekomstige kapitaallasten van investeringen in het riool kunnen worden gedekt.
| Taakveld | bedrag | bedrag in heffing |
---|---|---|---|
7.2 | Riolering | 2.965.600 | 104 |
2.1 | Verkeer en Vervoer | 769.300 | 27 |
6.3 | Inkomensregelingen | 288.700 | 10 |
0.4 | Overhead | 522.000 | 18 |
Belastingen overig | 126.000 | 4 | |
Btw | 454.200 | 16 | |
Totaal lasten | 5.125.800 | 180 | |
Opbrengst rioolheffing | 5.222.100 | ||
Storting in voorziening | 96.300 | ||
% kostendekkendheid | 101,88% |
Vanuit het principe de vervuiler betaalt, wordt de gebruiker van het perceel aangeslagen, niet de eigenaar. Er wordt een vastrecht geheven met daarnaast, bij een waterverbruik van jaarlijks meer dan 300 m³, een toeslag per m³ boven de 300m³. Dat betreft slechts enkele procenten van het totaal aantal aansluitingen. Om toch een eenvoudige differentiatie te kunnen aanbrengen bij de huishoudens wordt onderscheid gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens, waarbij het tarief van een éénpersoonshuishouden wordt gesteld op 70% van het tarief voor een meerpersoonshuishouden. Voor 2021 bedraagt het tarief voor een meerpersoonshuishouden € 180,18 en voor een éénpersoonshuishouden € 127,92.